Een toekoms voor het Afrikaans? (2005)

Vanuit Hasselt skryf Ghislain Duchâteau op 31 Maart 2005

Net toen ik aan de verwerking van het onderstaande artikel over het Afrikaans in Zuid-Afrika wilde beginnen, kwam met de post in een grote omslag het nieuwe nummer van het informatieve tijdschrift over zuidelijk Afrika JACARANDA van “Viza vzw Vlaams Instituut voor Zuidelijk Afrika” op mijn leestafel terecht. Enkele jaren geleden hebben we het leren kennen door toedoen van de Zuid-Afrikaanse freelance journalist Jan L. Coetzee, die geregeld bijdragen levert in het Afrikaans in dat Vlaamse tijdschrift. We ontmoetten Jan L. Coetzee tijdens zijn bezoek aan het Seminarie voor Afrikaanse Taalkunde in het Limburgs Universitair Centrum in Diepenbeek bij Hasselt in Vlaanderen. Daar leerden wij ook Rina Loader kennen en de uitstekende contacten met haar voerden op vrij korte termijn tot mijn medewerking aan Euroforum op haar webblad, dat toen nog goeddeels in conceptversie bestond. Tijdens die Seminarieweek werd onze spontane belangstelling voor Zuid-Afrika en het Afrikaans, de taal die zo verwant is met ons Nederlands, versterkt en bestendigd. Daar zorgden de goed gemotiveerde gastdocenten, professoren van Zuid-Afrikaanse universiteiten, wel degelijk voor.

Ook toen al kwam de status van het Afrikaans na de periode van de apartheid na 1994 manifest ter sprake. Afrikaans is een van de 11 erkende talen in Zuid-Afrika en wordt door een aanzienlijk percentage van de bevolking in het land in een of andere variëteit gehanteerd. We leerden toen ook dat er in het Afrikaans verscheidene dialecten en dialectgroepen bestaan, maar eveneens dat er niet alleen een algemene Afrikaanse schrijftaal wordt gehanteerd, maar net zoals in Vlaanderen en Nederland ook een gestandaardiseerde Afrikaanse spreektaal wordt gebruikt. En die hebben we dan ook vanwege de gastdocenten gehoord en er ons voor de eigen verwerving passief en zelfs voor een deeltje actief op toegelegd.

Een cruciale vraag : heeft dat Afrikaans nog een toekomst binnen dat nieuwe en dat sterk evoluerende Zuid-Afrika ? Het was immers de manifeste taal van de blanken in de periode van de apartheid en er zou daardoor een smet kleven op het prestige van die taal. In feite waren we toen nogal optimistisch en zou dat negatieve aura wel met de tijd wegslijten. We wisten toen al dat aan de Afrikaanse universiteiten het Afrikaans toch ook al minder werd gedoceerd.

En dan kwam het. Via een radiobericht hoorden we, dat er in het Vlaamse financieel-economisch dagblad De Tijd van 30 maart 2005 een bijzonder somber artikel over de toekomst van het Afrikaans was verschenen. Ik ben meteen de krant gaan kopen en zag al gauw dat op blz. 16 onder de grote rubriektitel PIGMENT in grote zwarte letters een bijna vernietigende titel stond geschreven nagenoeg uitgesmeerd over het hele middengedeelte van de pagina net onder een al even vernietigende grote foto. De titel is ‘Besmette’ taal gedoemd te verdwijnen. De foto is een actiefoto van boze zwarte mannelijke en vrouwelijke studenten van de Universiteit van Johannesburg, die demonstreren tegen het gebruik van Afrikaans als onderwijstaal aan hun hogere onderwijsinstelling. Met viltstift staat op een groot wit demonstratiebord in groene blokletters geschreven “AWAY WITH AFRIKAANS AWAY ONE INSTITUTION ONE LANGUAGE”. De auteur van het artikel is de correspondent van De Tijd in Johannesburg Arjen VAN DER ZIEL.

Meteen in het oog springend voor mij was dat de schrijver van het artikel, wellicht een Nederlander, spreekt over Vlaams en Nederlands als twee verschillende talen. Nog steeds blijkt hij niet te weten dat het Nederlands in Vlaanderen decretaal is vastgelegd als de officiële taal van het noordelijk landsgedeelte in België en dat in het hele onderwijs van laag tot hoog in Vlaanderen enkel gesproken wordt over Nederlands als onderwijstaal.

Dat neemt echter niet weg dat alle aandacht gaat naar de inhoud van het artikel. Het werpt expliciet een sombere blik op de toekomst van het Afrikaans in Afrika. Misschien te somber. Dat houdt er ons niet van weg dat we de ware feiten uit het artikel niet op hun waarde zouden inschatten. Experts, hoogleraren Afrikaans en Nederlands laten zich eveneens in sombere zin uit over het verloop in de tijd van het Afrikaans als één van de talen van Zuid-Afrika.

We bevelen hier een aandachtige lectuur aan van het artikel in De Tijd.

Ghislain Duchâteau

 

‘Besmette’ taal gedoemd te verdwijnen


(tijd) – Ongeveer 13 procent van de Zuid-Afrikanen spreekt als moedertaal Afrikaans, een taal die sterkt lijkt op het Vlaams en Nederlands. Maar de taal staat in het nieuwe Zuid-Afrika sterk onder druk. Volgens experts maakt het Afrikaans op de lange termijn weinig kans te overleven.

VAN ONZE CORRESPONDENT IN JOHANNESBURG:

Als de bussen met actievoerende studenten aan komen rijden, rent een geïniformeerde beveiligingsbeambte nog snel even over het plein voor de universiteit in het Zuid-Afrikaanse Johannesburg. ‘Vlug, vlug, maak je uit de voeten’, roept hij. ‘Het wordt hier gevaarlijk’.

Even later rennen honderden studenten het plein op en beginnen de toi-toi te dansen, de verzetsdans uit de antiapartheidsstrijd. De studenten protesteren tegen onder meer het gebruik van het Afrikaans aan de universiteit. ‘Weg met de taal van de apartheid’, scanderen ze.

Ongeveer zes miljoen mensen in Zuid-Afrika, zo’n 13 procent van de bevolking, spreken als eerste taal Afrikaans. Het gaat om blanken, kleurlingen en zwarten. De taal stamt af van 17de-eeuws Hollands en lijkt sterk op het huidige Vlaams en Nederlands. Dit is voor Vlaamse bezoekers vaak een van de charmes van Zuid-Afrika ‘want ons verstaan mekaar’. Maar voor veel zwarten is het Afrikaans vooral de taal van de voormalige onderdrukker.

’Zolang hier colleges in het Afrikaans worden gegeven, leeft de apartheidsmentaliteit voort’, roept een studentenleider met gebalde vuist. ‘Wij eisen dat alleen nog in het Engels les wordt gegeven.’

Een dag na de demonstratie zit Willie Burger in het Boekehuis, een boekenwinkel annex café, een kopje koffie te drinken. Burger, een slanke man met een indrukwekkende bos grijzende krullen, is hoogleraar Afrikaans. Hij denkt dat de studenten over een paar jaar hun zin krijgen. ‘Het is niet realistisch alle vakken in het Engels én in het Afrikaans te blijven geven.’

Nationalisme

 

Hollandse kolonisten die zich in de 17de eeuw vestigden in het gebied dat nu Zuid-Afrika heet, brachten het Nederlands mee. De taal werd beïnvloed door het Duits, het Frans en het Portugees van andere immigranten en door de talen die werden gesproken door slaven, Maleiers, Khoisan (‘bosjesmensen’) en de zwarte bevolking.

Lange tijd gold de resulterende mengelmoes slechts als een dialect van het Nederlands. Pas tegen het einde van de 19de eeuw groeide de overtuiging dat sprake was van een zelfstandige taal. In 1925 werd het Afrikaans, naast het Engels, erkend als een van de officiële talen van Zuid-Afrika.

Het Afrikaans ontwikkelde zich tot een belangrijk symbool van het Afrikaner nationalisme. De Afrikaner Nasionale Party, die in 1948 aan de macht kwam en de apartheid invoerde, bevorderde het gebruik van de taal in alle geledingen van de samenleving. Het Afrikaans werd de dominante taal in de regering, het parlement en het veiligheidsapparaat.

Apartheidsideologen hamerden bovendien op het belang van de ‘zuiverheid’ van de taal. Wie tegenwoordig ‘algemeen beschaafd Afrikaans’ spreekt, gebruikt geen aftershave maar ‘naskeermiddel’. Vrouwen besprenkelen zich met ‘Keulse water’ in plaats van eau de cologne en kinderen spelen hun digitale spelletjes op een ‘rekenaar’ in plaats van een computer. Een lift is een ‘hysbak’, een metro is een ‘moltrein’ en een T-shirt heet een ‘T-hemp’.

Maar het feit dat de racistische bureaucraten en politieagenten van het blanke bewind Afrikaans spraken, maakten de taal ook tot een doelwit van verzet. Toen de onderminister van Bantoe-onderwijs, Andries Treurnicht, in 1976 ordonneerde dat bepaalde vakken, onder meer wiskunde, op zwarte scholen in het Afrikaans moesten worden gegeven, sloeg de vlam in de pan. Duizenden scholieren kwamen in opstand in de zwarte woonwijken rond Johannesburg, Pretoria en Kaapstad. De rellen, waarbij honderden zwarte scholieren werden opgepakt en velen gedood, zouden later een keerpunt blijken in de strijd tegen de apartheid.

Het Afrikaans heeft deze negatieve lading nooit meer van zich af kunnen schudden. ‘De taal is besmet geraakt’, zegt Helize Janse van Vuuren, hoogleraar Afrikaans en Nederlands aan de Nelson Mandela-universiteit in Port Elizabeth. ‘Ik merk ook aan mezelf dat ik slechter Afrikaans begin te spreken. Ik heb steeds vaker Engelse woorden in mijn hoofd en moet dan zoeken naar de vertaling.’

Veel Afrikaner academici zijn pessimistisch over de toekomst van het Afrikaans. ‘Er zijn waarschijnlijk plekken, vooral in het westen van Zuid-Afrika, waar de taal nog een hele tijd zal overleven’, zegt Hermann Giliomee, hoogleraar Afrikaner geschiedenis aan de universiteit van Stellenbosch. ‘Maar over twee generaties is het Afrikaans als publieke taal waarschijnlijk in het grootste deel van het land verdwenen. Ik denk dat de taal op de langere termijn weinig overlevingskansen heeft.’

Overheid, politie en rechters gebruiken tegenwoordig vooral Engels. Veel scholen en universiteiten schakelen over op Engels. En steeds meer jongeren spreken het liefst Engels.

Zelfs de opschriften op Zuid-Afrika’s nieuwe bankbiljetten zijn in het Engels en in de twee grootste ‘zwarte’ talen, Zoeloe en Xhosa. Alleen de bankbiljetten met de kleinste nominatie, die van 10 rand, vermelden nog in het Afrikaans dat ze zijn uitgegeven door de Suid-Afrikaanse Reserwebank.

Bescherming

 

Sommige Afrikaner activisten lobbyen daarom bij de regering voor ‘bescherming’ van hun taal. Een enkeling waarschuwt zelfs dat de Afrikaners in opstand zullen komen als de neergang van de taal niet wordt gestopt.

Maar de meeste Afrikaners leggen zich bij de situatie neer. ‘Ik word ongelooflijk moe van die oude taalstryders’, zegt de prominente columnist Max de Preez, die ooit hoofdredacteur was van het roemruchte Afrikaanstalige Vrye Weekblad, maar die zijn columns tegenwoordig in het Engels schrijft. Volgens hem verwarren de taalactivisten de neergang van het Afrikaans met hun eigen verlies aan macht en privileges. ‘Het is op termijn waarschijnlijk onvermijdelijk dat het Afrikaans heel marginaal wordt of zelfs helemaal verdwijnt. Is dat erg? Ja, natuurlijk. Maar de mensheid heeft al heel veel talen verloren.’

Veel jonge Afrikaners denken er net zo over. Op een warme woensdagavond treedt tegenover de hoofdingang van de universiteit van Johannesburg de Afrikaner rock-zangeres Karen Zoid op. Zo’n 150 blanke jongeren zitten aan gebutste, houten tafels, er wordt flink bier gedronken. Zoid – 26, klein, blond – moet weinig hebben van politiek en mengt veel Engelse woorden door haar Afrikaans. Steeds meer van haar liedjes zijn zelfs helemaal in het Engels. ‘Pamflette lees is boring’, zingt ze (‘Pamfletten lezen is saai’).

Na het optreden staat Zoid in een achterafkamertje van het café na te praten. De zangeres maakt zich, net als de meeste van haar fans, niet al te druk over de toekomst van het Afrikaans. ‘Wat zou het uitmaken als de taal uitsterft?’, zegt ze. ‘Er zijn belangrijker problemen. Miljoenen mensen in dit land hebben hier nog geen dak boven hun hoofd. Laten we daar eerst eens iets aan doen.’

Arjen Van der Ziel


© Catharina Loader 2001