Ghislain Duchâteau berig vanuit Hasselt in Vlaanderen/België


Prof. em. Marcel Janssens van de Katholieke Universiteit Leuven was in februari 2002 nog eens voor de zoveelste maal in Zuid-Afrika. In het artikel hieronder verschenen in het juninummer van NEERLANDIA, het tijdschrift van het Algemeen-Nederlands Verbond geeft hij de impressies weer van zijn bezoek. Dat roept een goed beeld op van hoe een Vlaamse intellectueel nu de situatie in Zuid-Afrika overschouwt. Met veel belangstelling heb ik het gelezen, omdat Zuid-Afrika me blijft boeien. Ook blijf ik bezorgd met Prof. Janssens over de evolutie van dat prachtige land. Ik blijf hopen op een gestadige verbetering van de economische en sociale toestanden met het oog op een ruime en waardige inbreng van Zuid-Afrika in de Afrikaanse evolutie en in de wereldontwikkeling.

Wij danken Prof. Janssens om de persoonlijke toelating voor overname van zijn tekst op dit Euroforum en ook het Algemeen-Nederlands Verbond voor de instemming met deze publicatie op de website Afrikaans van de Weense Universiteit.

  • Een van de hardste, maar ongetwijfeld ook een van de meest terzake doende gemeenplaatsen betreffende het huidige Zuid-Afrika, acht jaar na de afschaffing van het apartheidsregime, is de staat van onveiligheid.
  • Al op het vliegveld hangen grote spandoeken Working towards a safer South Africa. Zero tolerance, Criminals beware we are watching you. Zero tolerance, Your safety is our concern. Zero tolerance, A criminal record is for life.
  • En de bezoeker wordt meermaals gewaarschuwd: wij zijn er voor jouw veiligheid, en jijzelf past bijzonder goed op. Waarop? Wel, op een onschatbaar kostbaar goed als je paspoort.

Ik sprak een paar keer met een collega-hoogleraar, lid van een beoordelingscommissie die de geldigheid van afgewezen paspoorten in beroep behandelt. Zij verzekerde me dat zij geconfronteerd worden met een onwaarschijnlijk hoog aantal vervalste paspoorten, meestal afkomstig uit de staten ten noorden van Zuid-Afrika. Een paspoortvervalsing ten voordele van twee Pakistani haalde de voorpagina van alle kranten. Ik vroeg haar of zij geen valse stempels uit België had ontdekt. Zij glimlachte veelbetekenend en schakelde vlug over naar fraude vanuit Zambia, Namibië, Zaïre en Madagascar. Ik heb mijn paspoort tijdens mijn jongste verblijf in de Regenboogstaat nauwlettender gekoesterd dan mijn portefeuille.

Onveiligheid en beveiliging

Een veiligheidsfirma is ongetwijfeld een van de meest renderende ondernemingen in Zuid-Afrika. Daar worden naar inlandse normen astronomische bedragen aan besteed. Daar wijdt de reclame op TV de langste zendtijd aan. Bij mijn eerste bezoek aan Zuid-Afrika, nu al een kwarteeuw geleden, stond ik al verbaasd te kijken naar de ommuurde villa’s in de blanke residentiewijken van Johannesburg. Nooit zo hoge tralies om voortuinen heen gezien. Nu zie ik die rond ongeveer elke woning, in welke woonbuurt ook, zelfs om parkings bij kerkgebouwen. De nederigste woning heeft tralies aan vensters en deuren. In flatgebouwen twee deuren in de gang bij elke woning: een met tralies en een van hout (nergens alleen maar glas!). Een reclamepaneel langs de weg in Pretoria: 'Hoelang geleden bekeek je nog eens je woning vanuit het standpunt van de inbreker?' Nu vind ik op haast álle ingangspoorten een bord met de naam van de verzekeraar: Combined Armed Response, 24 Hour Armed Response, enzovoort. In Witbank hebben de bewoners de doorgang van een paar meter in openlucht van de garagepoort naar hun voordeur aan weerskanten afgezet met tralies. Je loopt daar dus tussen tralies van je auto naar je huis.

Onderweg tussen Potchefstroom en Johannesburg stopten wij lang de autoweg bij een handel van swartmense die blinkende wieldoppen van auto’s verkopen, en wel doppen van de duurste Mercedessen en BMW’s. Mijn collega merkte schamper op: “Hoe komen die aan die doppen?”. De autoverzekering tegen autodiefstallen is de laatste jaren fantastisch gestegen. Carjacking noemen ze in Zuid-Afrika hijacking. Bij de stoplichten op bepaalde kruispunten lees je: Beware of hijacking. In bepaalde kranten las ik nadrukkelijke aanbevelingen voor een gepast gedrag bij hijacking aan een stoplicht: maak geen plotse bewegingen, geef gauw heel wat geld, verhef je stem niet, open je raam één centimeter… Een vrouwelijke collega, met wie ik zo gezellig ‘gekuierd’ had in Johannesburg na de middag, excuseerde zich voor haar afwezigheid op mijn lezing om 19.00 uur in Centurion, op ongeveer 20 km van Johannesburg, omdat zij alleen met de auto in het donker niet durfde terug te rijden. “Je weet wel, die stoplichten op de kruispunten”, zei ze. “Stop daar niet alleen als vrouw in het donker”. Toen ik die avond terugreed met een mannelijke collega, vertelde hij me gelijksoortige horror stories. Ik verwelkomde elk groen licht uitzinnig.

Meer en meer woonbuurten, komplekse genaamd, worden met slagbomen afgeschermd. Je kunt daar gewoon niet binnen als je niet precies de naam, de straat en het huisnummer van de te bezoeken persoon kunt aangeven. De bediende aan de slagboom noteert je identiteit. Op de universiteitscampus van Potchefstroom raak je noch met de auto noch te voet zonder kaart binnen. Beveiliging is echt de meest prominente staatszaak en burgerplicht in Zuid-Afrika. Je kunt je auto niet op onverschillig welke parking, ook ondergronds, achterlaten - of dat nu is bij een bank of een grootwarenhuis, bij een hotel, een theater of een concertgebouw of zelfs op een universitaire campus - , of er komen één of meer bewakers op je af. (Je geeft die een fooitje na afloop.) Het grootste aantal publieke personen die mijn dagen bevolkten, waren bewakers. Zuid-Afrika stikt van de veiligheidsagenten.

Op een uitstap door het Bosveld, noordwaarts in de richting Zimbabwe, verlaten we de hoofdweg voor een pad op die typische rode grond. (Langs de hoofdweg zag ik een bord met het opschrift: ‘Te koop: 42 hektare’.) Kilometers lang rijden we door een veld waar geen spoor van mensen meer te zien is. Je voelt je een stipje in de savanne. De baas van de zaak waar dierenvellen bewerkt worden, ontvangt ons met een revolver in zijn broekzak. Mijn gastvrouw in Pretoria, zeer voortijdig vanuit het Ministerie voor Cultuur op pensioen gestuurd, zegt mij elke keer grimmiger, dat je de letters GP voor de nieuwe naam van Transvaal (Gauteng Province) op de nummerplaten van de auto’s moet lezen als: Gangster Province.

Aids

Het andere pijnpunt waar het openbare leven van zindert, is natuurlijk aids (of Vigs). Daar kun je vanop de luchthaven ook al niet naast kijken. Op straat blikt het Department of Health je aan met metershoge slogans als: Aids Helpline. Help me to help them. In al zijn officiële toespraken tot de natie, bij voorbeeld bij de opening van het parlementaire jaar in Kaapstad op 8 februari 2002, tracht president Tabo M'beki zijn positie ten opzichte van de aidsbestrijding te verduidelijken. Dat hij niet, zoals Nelson Mandela, alom en onbetwist tot vader des vaderlands kan worden uitgeroepen, is vooral te wijten aan zijn politiek inzake aids. In de Cape Times van 30 januari 2002 stond op de frontpagina een uitgebreid artikel met als titel: Aids drugs made me well again. Een man, sinds 1997 met het HIV-virus besmet, kon de in omloop zijnde geneesmiddelen niet betalen en nam zijn toevlucht tot uit Brazilië ingevoerde illegale ‘drugs’. De regering onderzoekt nu of die 'niet-geregistreerde’ geneesmiddelen toegelaten kunnen worden. Tot ontsteltenis van velen, ook binnen de regering, blijkt aids nog altijd geen prioriteit te zijn voor M'beki. Dat het welslagen van een regeringsbeleid op die materie afgewogen moet worden, is toch wel een door en door Zuid-Afrikaans probleem dezer dagen.

(Kinder)verkrachting

Bij het ontbijt in het Guest House van University of Cape Town zag ik een zwarte vrouw zitten met op haar T-shirt het opschrift: Real men do not abuse women and children. Daar hebben we de derde stekel in Zuid-Afrika’s doornenkroon: de kinderverkrachting. Als je al die berichten en raadgevingen en rapporten en vonnissen en waarschuwingen daaromtrent dag na dag en uur na uur in de krant, het weekblad, de radio en de televisie moet lezen en beluisteren, wel, daar word je misselijk van. Dat seksuele misbruik van kinderen (zelfs van baby’s), die verkrachtingen, zijn tot een mediatieke obsessie uitgegroeid. Eén derde van de verkrachtingen van leerlingen wordt op school door leraars gepleegd. In het radionieuws was sprake van een horrific situation in bepaalde scholen, en niet alleen in swartskole. Sexual abuse op school is een dominant item in de berichtgeving, evenals in de redactionele commentaren. Waarom komt die plaag zo overvloedig voor in Zuid-Afrika? Het antwoord blijft zoek, maar als beveiliging wordt alweer awareness aangeraden. Ken en erken de wet, en haast je naar de behoeders van die wet. Vele doekjes voor het bloeden vanwege een machteloze overheid. De statistieken van dergelijke misdrijven moeten volgens een hooggeplaatst lid van een regeringsraad voor criminaliteit, met wie ik daarover sprak, niet vergeleken worden met cijfers in Europa, maar met cijfers in Zuid-Amerika. De inkomensverschillen tussen de vele lagen van de bevolking zijn zo alarmerend groot, dat van onderaf de misdadigheid, verbonden met werkloosheid, stijgt met de dag, aldus die geleerde jurist. De criminaliteit in Zuid-Afrika verspreidt zich in een 'regenboogvlechtwerk' van factoren en actoren waar een regering met zelfs een charismatische Nelson Mandela nog aan het roer weinig tegen kan beginnen. Daar moeten nog generaties overheen gaan. Van de spectaculaire daling van de Rand van de laatste maanden profiteerde kennelijk vooral de goudindustrie. Welnu… Wat roert er voor geluk in dat kruitvat? En tegen wanneer ongeveer?

Brood en spelen

Als ik met die verontrustende situaties word geconfronteerd, denk ik altijd terug aan de Groot-Inquisiteur in de parabel uit de roman De gebroeders Karamazow van F.M. Dostojewski. Die verwijt Christus, die in Sevilla in de 16e eeuw weer op aarde is gekomen, dat hij de mensen niet voldoende brood en spelen heeft bezorgd. Die houden de burger stil en braaf, aldus de Groot-Inquisiteur. Die zie ik als de vader van alle latere Big Brothers. Op de Zuid-Afrikaanse televisie is er vanzelfsprekend ook een Big Brother, en ontelbare soaps, van eigen bodem en afgetapt uit Engeland en de USA, en urenlang cricket en rugby en het voetbalteam Bafana Bafana. En vierkantedecimetergrote foto’s van Bafana Bafana op de frontpagina’s van alle kranten, tezamen met het zoveelste verslag, in koeien van blokletters uitgesmeerd, over de zoveelste sessie met leugendetector rond de man die beschuldigd wordt van de moord op Marike De Klerk in haar onbeschrijflijk paradijselijk gelegen luxeflat aan de Kaapse kust. Zo moeten de media het rooien in dit dramatisch overspannen land dat zonder respijt zo op zijn tellen moet passen. De wijste man uit het hele bestel na de apartheid, zo zei me een politicus, is Nelson Mandela: die wou maar één ambtstermijn als staatspresident.

Alle Zuid-Afrikaanse kranten geven mij de indruk opgeklopte Britse tabloids te zijn. Sportlui en criminelen bepalen de ruimte en de toon van de berichtgeving. De sport staat overigens meer en meer onder politieke druk. Van vijftig toprugbyscheidsrechters bijvoorbeeld zijn er maar tien kleurling en is er één zwarte. Het aantal zwarten moet van overheidswege dringend worden verhoogd. Maar waar vinden ze de competentie? De sport kan daar echt fungeren als seismograaf van indringende socio-politieke processen. De rel rond de zwarte rugbyscheidsrechters blijkt maar weer in de grond terug te voeren tot demografische determinismen.

Het dynamiet onder de samenleving

Nog een andere doorn is de behuizing van niet-blankes (ook van bepaalde lagen blanke Zuid-Afrikaanse burgers natuurlijk). De vroegere plakkerskampen heten nu informele behuizing. Ik ben weer eens langs en door Soweto en Khaialitsa gereden, evenals door andere nederzettingen in sommige voorsteden. Die woongebieden breiden zich nog uit. Hoeveel niet-geregistreerde burgers, tezamen met hoeveel honderdduizenden illegalen, hokken daar samen?

  • Onder de niet-blanke bevolking woekert een hemeltergende sociale ongelijkheid. In het nieuwe regime werd een zwarte middenklasse enorm bevoordeeld.
  • De armsten hebben te veel verwachtingen gekoesterd.
  • De werkloosheid in die lagen tart elke verbeelding.
  • Daar zit het dynamiet onder deze samenleving.

De upper middle class en de upper class van de niet-blanke bevolking (zowel zwarten als kleurlingen als Aziaten) brengen hun kinderen dan weer met Mercedessen naar school. Je ziet vrouwen kilometers lang met zware pakken op hun hoofd langs de openbare weg stappen en je wordt rechts voorbijgesnord door een zwarte meneer in een soort Ferrari.

Het Afrikaans

Het laatste pijnpunt dat ik wil vermelden, is het probleem van de elf nationale talen in de Regenboognatie. Daaronder is het Afrikaans numeriek de sterkste gesproken taal, maar zoals de andere talen wordt het weggedrumd door het Engels. Miljoenen sprekers van swarttale zijn danig ontstemd, omdat de door hen verkozen politici zowel in de kabinetsraad als in het parlement alleen maar Engels spreken. Aan de universiteiten neemt het aantal studenten van swarttale ook af, hoewel het aantal zwarte studenten overal stijgt. Zoals wij ons nu afvragen wat er met de elf officiële talen in de Europese Unie gaat gebeuren en wat de positie van het Nederlands daarin zal zijn na de uitbreiding, zo houden Afrikaanssprekenden hun hart vast. Zullen de blanke Afrikaners op de numerieke steun van de kleurlingen (vooral in de Kaap) kunnen blijven rekenen? De toekomst van het Afrikaans zal allicht nog meer door sociaal-economische en politieke factoren bepaald worden dan die van het Nederlands in het uitdeinende Europa. Dat is dan één van de boeiendste vragen die wij met de burgers van de Regenboognatie delen.

  • Prof. em. Marcel Janssens is voorzitter van de redactie-adviesraad van Neerlandia. Hij was van 26 januari tot 10 februari 2002 in Zuid-Afrika om er gastcolleges en voordrachten te geven.
  • Uit het tijdschrift NEERLANDIA – Nederlands-Vlaams tijdschrift voor taal, cultuur en maatschappij – jg. 106, nummer 2 – 2002 – het juninummer van ts. van het Algemeen-Nederlands Verbond – pp. 13-15.


2002

© Catharina Loader 2001