“De blauwbok” als treffend voorbeeld van bewuste ecoliteratuur met daarbij wat ecocritiek
BLOUBOK Ek wil in my vers ’n bloubok laat loop Die kop (bruin voor en ligter aan die kant) Dan tree hy luiters wei-wei uit die tyd Johann Lodewyk Marais : “Verweerde aardbol" (1992) | BLAUWBOK Hippotragus leucophaeus Ik wil in mijn vers een blauwbok laten lopen De kop (vooraan bruin en lichter aan de kant) Dan stapt hij onverschillig-onschuldig weidend uit de tyd Johann Lodewyk Marais : “Verweerde aardbol" (1992) Nederlandse vertaling uit het Afrikaans |
Wat ecokritiek
Uit het gedicht klinkt nostalgie op naar de verdwenen blauwbok, maar ook protest en bewustmaking. De dichter geeft het prachtige dier in en door zijn gedicht blijvend gestalte. Een aandachtige grondige lectuur van het gedicht toont aan hoe de blauwbok door de bezwerende kracht van het gedicht als het ware vereeuwigd wordt. Is de man die de laatste blauwbok afschoot schuldiger dan de man die de eerste afschoot ? Jawel. Er draaft geen blauwbok meer over de grasvlakten, maar het vers van Marais behoedt de blauwbok voor totale verdwijning uit het mensengeheugen. Het roept samen met de tekening van le Vaillant uit 1781 de prachtige figuur op van het dier in de verstolling van de tijd.
Zo was dit heerlijke stukje ecoliteratuur even het onderwerp van “ecokritiek”.
Ecokritiek is de studie van de relatie tussen literatuur en de natuurlijke omgeving (Cheryll Glotfelty). Sinds het begin van de jaren 90 heeft die studie een bijzonder opzienbarende vlucht genomen vooral in de Engelse letterenfaculteiten van vele universiteiten in de Verenigde Staten, nadien ook in Zuid-Afrika en Australië. Merkwaardig genoeg is die trend blijkbaar nog niet doorgedrongen in het Europees of Nederlandstalig academisch onderwijs. In de digitale Van Dale, die toch is bijgewerkt, vind je het woord “ecokritiek” niet terug. Als je dan “Ecocriticism” intikt in het invulveld van de Google zoekmachine op het Internet, krijg je meer dan 3000 items voorgeschoteld - teveel om ook maar te exploreren.
Als we het begrip even uitbreiden, dan komen daar andere dimensies bij dan de pure relatie literatuur/natuur. Er zit ook een stuk engagement in, een ethische betrokkenheid en actiegerichtheid. Literaire studies worden ondernomen in een tijdperk van crisis van het leefmilieu niet enkel om de belangstelling voor die studies als dusdanig, maar ook vanuit een roep naar culturele verandering. Ecologische literatuur pleit voor een culturele verandering door te onderzoeken hoe de bekrompenheid van onze culturele veronderstellingen over de natuurlijke wereld onze bekwaamheid heeft beperkt om ons een ecologisch houdbare menselijke samenleving in te denken. (Michael P. Branch e.a.).
Zo willen we eindigen met nog een versregel uit de Afrikaanse dichtkunst. N. P. van Wyk Louw besluit zijn gedicht “Svend Foyn het die harpoenkanon bedink” in de bundel Tristia over de uitvinding van het harpoenkanon tegen walvissen met “stil geweld gestel teen sagte bloed”(stil geweld gesteld tegen zacht bloed). Dit plastische beeld van het walvisschieten kan ons ook wel beroeren zoals de laatste regels van de Blauwbok.
Ecoliteratuur leidt naar ecokritiek. Wanneer ook hier te lande ?
Met dank aan Docente Erika Lemmer van de Universiteit van Suid-Afrika, die onze aandacht vestigde op Ecokritiek en onze blijvende belangstelling daarvoor wekte tijdens het Seminarie Afrikaanse Letterkunde aan het LUC van 7 tot 12 juli 2002.
Publiseer: Julie 2002
© Catharina Loader 2001