Een jaar zonder Eybers
In Nederland is het gebruikelijk om in jaaroverzichten een optimistische toon aan te slaan. Ondernemers die in het afgelopen jaar bijna failliet gingen, wijzen op de bloei en groei die ze verwachten van het komend jaar. Burgemeesters zijn verheugd als bij de oudejaarsrellen minder auto's in de brand zijn gestoken en als brandweer en ambulance minder zijn dwarsgezeten dan een jaar eerder. Kortom: iedereen is blij.
Ook over de Afrikaanse literatuur in Nederland zou makkelijk een juichend verhaal te vertellen zijn. Afrikaanse schrijvers en chansonniers hebben hier succes en er verschenen ook in 2008 weer nieuwe publicaties. Toch stond het jaar vooral in het teken van een verlies, van het overlijden van Elisabeth Eybers aan het eind van 2007. Zoals bekend woonde zij al tientallen jaren in Amsterdam. Haar bundels en de opeenvolgende edities van haar Versamelde gedigte verschenen gelijktijdig in Zuid-Afrika en (onvertaald en zonder toelichting) in Nederland. In 1991 is haar de belangrijkste literaire onderscheiding van Nederland toegekend: de P.C. Hooftprijs. Zij was de verpersoonlijking van de banden tussen de Nederlandse en de Zuid-Afrikaanse literaire wereld; ik weet dat dit een cliché is, maar het moet toch maar blijven staan.
2008 werd voor de Afrikaanse literatuur in Nederland in de eerste plaats het jaar zonder Eybers. Juist ook door de aandacht die voor haar bleef bestaan. Op 23 februari was er in het Zuid-Afrikahuis in Amsterdam een herdenkingsmiddag, waar lezers van Eybers één gedicht van hun keuze voorlazen en die voorkeur toelichtten. Onder die lezers waren de dichters Tomas Lieske en Willem Jan Otten. Op 7 november gaf de Jan-Campertstichting in Den Haag haar jaarlijkse symposium de vorm van een Drie-Grote-Dode-Dichteressen-Dag, over Hanny Michaelis, M. Vasalis en Elisabeth Eybers. Hans Ester en Ena Jansen hielden de lezingen over Eybers. Jansen verzorgde voor Eybers'vaste uitgever Querido ook nog een nieuwe bloemlezing uit Eybers' werk, onder de titel Klinkklaar. De verrassing zit 'm in de bijgevoegde cd, waarop de dichteres haar gedichten leest. Het gaat hier namelijk om vrij recente opnamen, die bij mevrouw Eybers thuis gemaakt zijn.
In het begin van 2008 bepaalde overigens Marlene van Niekerk het beeld van de Afrikaanse literatuur in Nederland. Op 15 januari hield zij in Utrecht haar oratie als hoogleraar met de leeropdracht "De romanschrijver in postapartheid-Zuidelijk Afrika". Het werd een uitgesproken literaire intreerede, helaas grotendeels in het Engels, die onder de titel: The fellow traveller (A true story) ook door de Universiteit Utrecht is uitgegeven. Maar Van Niekerk gaf ook elders in Nederland acte de présence. Zo gaf zij op 12 februari in Leiden voor de tweedejaars Nederlands een college over Agaat, dat volgens iedereen bijzonder geslaagd was.
Met Agaat is een boek genoemd dat in 2008 het beeld van de Afrikaanse literatuur in Nederland mede bleef bepalen. Het is opgenomen in het vaste repertoire van leesclubs en vindt dus ook lezers buiten de vaste kring van belangstellenden in Zuid-Afrika. De oudere roman Triomf lijkt enigszins in het succes van Agaat te gaan delen, dat proberen de uitgevers in elk geval voor elkaar te krijgen. Triomf is tenminste op het ogenblik in maar liefst drie verschillende edities te vinden in de boekwinkel.
Nog langere adem heeft intussen het succes van de dichteres Ingrid Jonker. De mooie bloemlezing Ik herhaal je, die Henk van Woerden destijds heeft verzorgd, haalde in 2008 maar liefst de tiende druk. Ook voor het Afrikaanse gezongen lied bestaat in Nederland een stabiele belangstelling. Regelmatig reizen zangers en zangeressen rond in Nederland en Vlaanderen, langs een flink aantal (meest kleinere) zalen. In 2008 waren Karin Hougaard en Chris Chameleon op bezoek, en ook Amanda Strydom, die voor haar Nederlandse publiek bovendien een speciale cd maakte: Kerse teen die donker (gelukkig met tekstboekje). De Afrikaanse zanger met de meeste trouwe fans in Nederland is echter Gert Vlok Nel; hij komt weer in januari 2009.
De vertaalster Riet de Jong-Goossens vertaalde in 2008 twee nieuwe Afrikaanse romans. Eerst van Ingrid Winterbach Het boek van toeval en toeverlaat, voor dezelfde uitgeverij – Cossee – die eerder Niggie had uitgegeven. In december volgde bij de nieuwe uitgeverij Ailantus Een ander ik van E.K.M. Dido. Beide schrijfsters vereerden de lage landen met een bezoek; Dido verblijft rond de jaarwisseling op uitnodiging van het Fonds voor de Letteren enige tijd in Amsterdam.
Samen met Olf Praamstra vraag ik zelf op verschillende manieren aandacht voor de (met de Afrikaanse literatuur verwante) Zuid-Afrikaanse Nederlandse literatuur. In 2008 kwam eindelijk onze grote presentatie van deze literatuur op de markt: Heerengracht, Zuid-Afrika (uitg. Contact). Wij menen dat deze literatuur niet in 1925 is afgesloten, maar nog altijd voortleeft. Steun voor die opvatting kregen we in 2008 van twee auteurs. De tweetalige romancier Louis Krüger kwam namelijk met een nieuwe uitgave van zijn eerder (zowel in het Afrikaans als in het Nederlands) verschenen roman Herinnering aan Agnes; ditmaal onder de kortere titel Agnes. En in de persoon van Gawie Keyser, de vroegere Nederlandse correspondent van Die Burger, later vaste medewerker van De Groene Amsterdammer, trad in de Zuid-Afrikaanse Nederlandse literatuur zelfs nog een nieuwe romanschrijver op. Met De donkere kant van de straat, dat zich afspeelt in Johannesburg, dingt hij mee naar de (nog) niet bestaande prijs voor de Nederlandse roman met het meeste geweld.
2008 kende ook weer een tijdschrift met een speciaal Zuid-Afrika-nummer. Niet zo maar een tijdschrift: De Gids (van Potgieter en Busken Huet) kwam in zijn 171ste jaargang met "Plaatsen van Afrikaner herinnering," met als gastredacteur de Stellenbosser Siegfried Huigen (in najaar 2008 gastdocent in Leiden). De medewerkers behoren tot de top van de Afrikaanse literatuur. Er is nieuw werk van Antjie Krog, Charl-Pierre Naudé, Gert Vlok Nel, Marlene van Niekerk en Wilma Stockenström. Als eerbewijs aan Elisabeth Eybers zijn ook van haar (al bekende) gedichten afgedrukt, en zelfs proza.
Zo zou ik bijna afsluiten waar we begonnen zijn, ware het niet dat ik nog één heel heugelijk bericht heb. De Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren ging de laatste jaren geenszins failliet maar groeide en bloeide al (www.dbnl.nl). Niet alleen hebben de neerlandici uit China, Japan, Indonesië, Zuid-Afrika enzovoorts dankzij deze DBNL gratis toegang tot steeds meer Nederlandse literatuur; ook de neerlandici uit Amsterdam, Leiden, Leuven en Utrecht vinden vooral hier de mogelijkheid om al die literatuur digitaal te doorzoeken. Wat heeft dit nu te maken met de Afrikaanse literatuur? Het goede nieuws is dat de DBNL haar werk binnenkort verder uitbreidt en ook een flinke stapel Afrikaanse literatuur (voorzover vrij van rechten of na toestemming van de rechthebbende) gaat aanbieden. Geweldig nieuws voor liefhebbers van de Afrikaanse literatuur waar ook ter wereld, maar ook voor de samenwerking tussen de literaire werelden van Nederland en Zuid-Afrika.
2008: Verskyn ook in die "Nuusbrief SA Akademie vir Wetenskap en Kuns" 47 (2009) nr 1 (Maart) p 22-24.
Gepubliseer in Afrikaans in Europa: April 2012
© Catharina Loader 2012